Dode kanoeten op Schiermonnikoog waren besmet met vogelgriep

Een klein deel van de dode vogels die gevonden werden op Schiermonnikoog
Een klein deel van de dode vogels die gevonden werden op Schiermonnikoog © Steven Radersma/RTV Noord
De dode kanoeten die vorige week werden gevonden op Schiermonnikoog waren besmet met een zeer besmettelijke variant van vogelgriep. Dat blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Eind vorige week werden er grote aantallen dode kanoeten gevonden, met name aan de zuidkant van Schiermonnikoog. De kanoet is een strandlopersoort die veel voorkomt op het Wad, hetzij om te overwinteren, hetzij om te foerageren om vervolgens door te trekken naar het zuiden.

'Slingeren met de kop'

Bij Faunavisie Wildcare in Westernieland werden 28 dode kanoeten binnengebracht. Pim Lollinga van Faunavisie stelde al dat de dieren met een grote mate van waarschijnlijkheid aan vogelgriep waren gestorven. De kenmerken van vogelgriep zijn dat de slachtoffers gaan slingeren met hun kop, dat ze gedesoriënteerd zijn en dat ze hun ogen snel open en dicht doen. 'Euthanasie is dan eigenlijk nog de enige manier om de vogels te helpen', zegt Lollinga.

H5N1

De dode vogels werden onderzocht in een laboratorium van de Wageningen Universiteit in Lelystad. 'Daar is vast komen te staan dat ze besmet zijn met de besmettelijke H5N1 variant van vogelgriep', zegt woordvoerder Lex Benden van de NVWA. 'Of er nu extra maatregelen nodig zijn? Er is al een ophokplicht en een bezoekersverbod, meer kan je niet doen.'

Dode Papegaaiduikers

Los van de kanoeten worden er de laatste maand ook veel dode en verzwakte papegaaiduikers gevonden aan de Nederlandse kust, met name op de Waddeneilanden. Sinds begin december zijn er al vijftig dode vogels gemeld. Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) weet nog niet waardoor de vogels zijn gestrand, maar sluit olievervuiling op zee uit als mogelijke oorzaak.
Het NIOZ gaat onderzoeken of er een verband is met massastrandingen van bruinvissen in augustus en de vondst van veel dode zeekoeten in het najaar.