Medewerkers van de Rijksuniversiteit Groningen en ecologisch techniekbureau The Field Work Company hebben de zaden met een kitspuit ingebracht in een gebied van 3.200 vierkante meter, bij het onbewoonde eilandje Griend, tussen Harlingen en Terschelling. In elke kitspuit zat een mix van slijk en zaden.
De zaadjes zijn uit Denemarken gehaald. Daar komen nog veel zeegrasvelden voor. Zeegras vangt slib op, zorgt voor een stabiele zeebodem en voor helderder water. Dieren kunnen in het gras schuilen en zijn op hun beurt weer voedsel voor vissen en vogels. Net als koraalriffen, mangrovebossen en mosselbanken zorgen zeegrasvelden voor een leefomgeving voor veel verschillende diersoorten. Het verbeteren van de waterkwaliteit en de diversiteit van diersoorten staan in de Europese Kaderrichtlijn Water, waar Nederland zich sinds 2000 aan moet houden.
Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw kwam zeegras veel voor in de Waddenzee. Door de bouw van de Afsluitdijk, de komst van ziekten en een slechtere waterkwaliteit verdween de soort. Herstel van zeegrasvelden is volgens Rijkswaterstaat een kwetsbaar proces, dat veel tijd gaat vergen. Visserij, baggeren, stormen, droge zomers en koude winters hebben allemaal een negatief effect op de waterkwaliteit en de diersoorten die daar leven.
NUjij: Uitgelichte reacties